Maandelijks archief: maart 2013

Waar doen we het voor?

Levensbeschouwing moet het hebben van verhalen, zeggen we altijd tegen de leerlingen. Want verhalen, echt of fictief, kunnen mensen inspireren om ervoor te gaan, een trede hoger te komen of te kiezen een hele tijd op je tenen te lopen om een hoger niveau te bereiken. Ook docenten hebben dat nodig. Het is gemakkelijk om in de dagelijkse tredmolen het zicht op waar het eigenlijk om gaat te verliezen. Soms heb je dan een inspirerend verhaal nodig om weer zin en geloof in jezelf en de kinderen te krijgen.

De afgelopen maanden, december-januari 2011-12, kwam ik twee van die verhalen tegen. De eerste is een film “Take the lead’ met in de hoofdrol Antonio Banderas. Uit een internetsamenvatting:
“De professionele ballroomdanser Pierre Dulaine (Antonio Banderas) besluit als vrijwilliger les te gaan geven op een school in New York. Dansles welteverstaan. En dat aan een lastig groepje leerlingen dat na moet blijven. De scholieren staan in eerste instantie erg sceptisch tegenover Dulaine, zeker als ze merken wat hij hen komt leren, maar door zijn enorme toewijding weet hij hen langzaam maar zeker voor zich te winnen. Ze gaan zelfs een stap verder en combineren Dulaine’s klassieke dansstijl met hun eigen hiphop-muziek, waaruit een energieke mengvorm ontstaat. Dulaine spoort zijn leerlingen aan om mee te doen aan een prestigieuze danscompetitie. In ruil daarvoor leert hij ze waardevolle en inspirerende lessen over trots, respect en eer.
Het muzikale drama ‘Take the Lead’ is geïnspireerd op het ware verhaal van Pierre Dulaine, een professioneel ballroom danser die lesgeeft aan openbare middelbare scholen in New York City.”

Een fragment uit de film, de beroemde tangoscène:

De tweede is een driedelige documentaire ‘Gareth Malone Goes Glyndebourne’, waarvan zondag 8 januari 2012 tussen 13.00 en 14.00 uur de eerste aflevering te zien was. Gareth Malone is in 2010 aan de slag gegaan om 50 jongeren te vinden die niets met opera hadden en bereid waren in een nieuwe productie als koorleden mee te doen. Het is een boeiend verhaal geworden van jongeren die hun neus ophaalden, vroegen of ze ervoor betaald werden en vrij negatief het project ingingen, maar die gaandeweg steeds enthousiaster worden. Zeker als van de 100 auditerenden er maar 50 zullen overblijven is de spanning te snijden.
De komende zondagen worden de twee volgende afleveringen uitgezonden. Een voorbeeld op youtube:

De informatie over het Glyndebourneproject is hier te vinden:
http://glyndebourne.com/discover/gareth-malone-goes-glyndebourne

Ook al weet je dat alles keurig gemonteerd is met het oog op een spannende documentaire of film, het geeft je toch weer een lekker frisse kijk op datgene waartoe jongeren, mits goed begeleid en enthousiast gemaakt, in staat zijn. Het mag slechts een verhaal zijn; ik kan er daarna weer met frisse moed tegenaan.

Het is als met het exodusverhaal: ook al weet je dat het zo niet gebeurd is, vele mensen hebben zich laten inspireren door dit verhaal en zijn hun eigen exoduservaring begonnen. Met andere woorden: se non è vero, è bene trovato!

Ik houd van deadlines

Het lijkt wel of wij mensen geboren worden met een ingebouwde neiging tot uitstelgedrag. Hoe vaak hoor ik niet in de loop van december mensen zeggen: op 1 januari stop ik met roken, ga ik afvallen, minder geld uitgeven, terwijl het enig juiste moment om met een verkeerde gewoonte te stoppen nù is, geen minuut later.
Mijn stelling is dat daarom ook de dood in ons systeem ingebouwd is: als we niet dood zouden gaan, zou er bijzonder weinig uit onze handen komen. Als ik bij een gedachtenexperiment in de bovenbouw vraag, wat zou je doen als je duizend jaar zou worden, is er altijd een stevige minderheid die grapt: “dan zou ik 200 jaar over de middelbare school doen!”.
Het is ook om die reden dat ik van deadlines houd, zelfs en zeker voor mijzelf. Zonder de deadline van deze Keten zou dit stukje misschien nooit geschreven zijn. Ik weet van mezelf dat ik een deadlinewerker ben en daar ben ik niet trots op. Het heeft mijzelf en anderen best weleens in de problemen gebracht. Vandaar dat ik nu op latere leeftijd er alles aan doe om toch enig respijt in te bouwen.

Voor leerlingen lijken deadlines meer op bewuste pogingen van docenten om hen het leven zo zuur mogelijk te maken. Helaas voor hen heb ik daar een andere mening over. Deadlines op de middelbare school zijn uitstekende leermomenten om rampen in het latere leven te voorkomen. Er zijn nu eenmaal altijd grenzen, die anderen mij stellen en waar ik niet ongestraft overheen kan gaan. Een leerling was boos op me, omdat hij een opdracht 16 minuten te laat had ingeleverd en daarvoor twee punten aftrek kreeg. Het was maaaar 16 minuten, etc. “Zo raak ik mijn compensatiepunt voor levensbeschouwing kwijt, meneer!” met een gezicht alsof ik verantwoordelijk zou zijn voor zijn punten. Hoe flauw het ook mag zijn, ik ben niet op mijn beslissing teruggekomen. Ik heb geen zin om de problemen die mensen zelf creëren voor hen op te lossen. Wie op een middelbare school is geraakt, kan rekenen, gemiddeldes berekenen en in zijn agenda schrijven wanneer een opdracht moet zijn ingeleverd. Wie blindelings vertrouwt op de virtuele wereld van internet en vervolgens geen toegang tot Itslearning kan krijgen, leert dan misschien enige ruimte in te bouwen om risico’s voor te zijn. Deze leerlingen kunnen dan grotere problemen later voorkomen door serieus op dit soort grenzen te letten. Als ik mijn belastingaangifte te laat inlever, krijg ik een boete. Wordt er achter mijn tuin een reeks huizen gebouwd, waar ik niet van gecharmeerd ben en waarvoor ik schadeloos gesteld wil worden, dan moet ik de wettelijke termijn om bezwaar te maken in acht nemen, anders kan het me duizenden euro’s kosten. Als je straks in een bedrijf wilt werken en je sollicitatieformulier komt na de datum, die in de advertentie staat, dan heb je het nakijken. En als je in dat bedrijf werkt en je moet tijdig een offerte uitbrengen, kun je naar de opdracht fluiten als je na de gestelde tijd alsnog met een leuke aanbieding komt.
Mijn 16-minuten-te-laatleerling lijkt op die leerling die naar zijn pta-cijfers kijkt en dan ontdekt, dat zhij een 5,4 gemiddeld staat. “Meneer, als u die opdracht wat hoger waardeert, wordt het gemiddelde een 5,45, dat wordt 5,5 en dan krijg ik een 6.” Hoewel ik het 5,45-verhaal volstrekt maf vind – maar ja, het is verordonneerd door de wetgever – gaat het tegen mijn principes in om alweer iemand anders problemen, die hij zelf had kunnen voorkomen op te lossen.
Wie zo graag de grenzen opzoekt, moet ook de risico’s ervan aanvaarden en niet die op een ander afschuiven!

Geen kwartaalcijfers

Onderstaand artikel verscheen in Narthex, jaargang 11, nr 4 in het kader van een themanummer ‘Mensen in beweging’ over motivatie voor het onderwijs en voor het vak levensbeschouwing.

Het zou me verbazen als bij de tientallen inzendingen die de Narthexredactie zal hebben ontvangen over de twee vragen, die de basis zijn van dit decembernummer er een tussen zit, die op beide vragen volmondig ja zou zeggen. Een praktijkmens die een dergelijk artikel zou schrijven hoort niet voor de klas te staan, want is een blamage voor het vak en het docentschap. Maar waarschijnlijk zal een beamende docent het al lang voor gezien gehouden hebben, omdat je met beide aannames het geen jaar in het onderwijs vol zou houden.
De teneur van dit decembernummer zal dus positief en opwekkend van aard zijn, wat natuurlijk ook de bedoeling van de redactie is geweest met deze twee prikkelende vragen. Wat hieronder staat is mijn persoonlijke verhaal en ik verbind er geen algemene geldigheid aan!

Leerlingen en motivatie
Als zou blijken dat leerlingen weinig motivatie voor het vak levensbeschouwing hebben zou me dat niet verbazen. Ik vraag er nooit naar, maar ze mogen het me wel vertellen of schrijven. Als leerlingen vragen waar levensbeschouwing goed voor is, zeg ik vaak ‘nergens voor, maar doe maar gewoon wat er staat.” In een schoolsysteem, waarin zowel ouders, docenten, directies en stuurlui aan de wal er geen been in zien om te spreken over vakken voor en achter de streep, kan ik toch niet verwachten dat die opgroeiende pubers die visies zouden tegenspreken. Er zijn harde vakken die ergens goed voor zijn, denken ze. En er zijn vakken die soft zijn en waarvan het moeilijk is direct de waarde ervan aan te geven. “Alles van waarde is weerloos.” schreef Lucebert al en daar hebben levensbeschouwing en beeldende vorming meer last van dan economie, wiskunde en Engels.
Moet ik me daar druk over maken? Het lijkt me zinloos, want vechten tegen de bierkaai, zolang de samenleving niet aan den lijve ervaren heeft dat dat weerloze de meerwaarde van een mensenleven uitmaakt en daar con amore ruimte voor zal geven. Accepteer wat je niet kunt veranderen en richt je op wat wel mogelijk is.

Mijn motivatie
De grootste fout die ik als onderwijsmens gemaakt heb was dat ik in het begin van mijn wankele schreden op het docentenpad dacht dat de leerlingen op mijn ideeën zaten te wachten. Ik was laaiend enthousiast over allerlei nieuwe ideeën die ik in Nijmegen had opgedaan, wilde de leerlingen met name in de bovenbouw kennis laten maken met allerlei denkers die een zuiverende invloed op het christendom hadden gehad, zoals Marx, Freud, Nietzsche en Jung en ik was zeer teleurgesteld toen zelfs de leerlingen van 6 gym mijn enthousiasme met zombiegezichten beantwoordden.
Daarna heb ik mijn verwachtingspatroon bijgesteld tot ‘alles wat hen aan het denken zet is mooi meegenomen.’ Dat heeft meer vruchten afgeworpen dan ik zelf verwacht had. Het is niet voor niets dat we ons zelfgeschreven curriculum de titel ‘Te Denken Geven’ hebben meegegeven.
Je – ik tenminste – geeft dit vak, omdat je overtuigd bent van de waarheid van de uitspraak van Lucebert en je alles in het werk wilt stellen om de leerling diezelfde waarheid te doen ervaren. Dat betekent in de eerste plaats dat je fikse eisen aan de leerlingen stelt – meneer, we moeten bij u altijd zo diep denken! – , dat je soms de hofnar van de school bent – die visie van u vind ik echt om me te bescheuren – , dat je een dwarsligger bent – meneer, dit zijn echt walgelijke ideeën – en dat je beseft dat de leerling op de meest verrassende momenten die Lucebertervaring kunnen krijgen.
Zolang ik blijf geloven dat die ervaring mogelijk is, kan geen enkel onderzoek over de ongemotiveerdheid van de leerling mij schelen, want ik weet waar ik mee bezig ben. Ik ben geen CEO van een bedrijf, die – heel kwalijk – zich blindstaart op de kwartaalcijfers, maar ik houd graag de grote lijn in de gaten. En die grote lijn zegt me steeds weer dat leerlingen wel degelijk met levensbeschouwelijke zaken bezig zijn en vaak nog zeer intens ook.

Perspectief zien
Mijn motivatie haal ik, zoals gezegd, met name uit de overtuiging dat de leerlingen gaandeweg ontdekken en ervaren dat levensbeschouwelijke vragen en zoeken naar antwoorden geen vrijblijvende tijdspassering van enkele malloten, maar een noodzakelijk onderdeel is van op een verantwoorde manier volwassen worden.
Van de andere kant kan het bieden van een perspectief de leerlingen ook helpen zicht te krijgen op het vak en daarmee de motivatie vergroten. Vanaf de eerste klas laten we de leerlingen weten dat ze een aantal opdrachten gaan maken die in hun portfolio terecht moeten komen, zodat ze over vijf jaar voldoende materiaal hebben om een reflectie over hun levensbeschouwelijke ontwikkeling te maken. Die opdrachten zijn bedoeld om de diepte in te gaan, verder te kijken dan de oppervlakte, om aan te zetten tot verwondering of verbazing.
De eerste jaren kijken leerlingen je vaak aan met een gezicht van ‘wat doe ik eigenlijk?’. Niet verwonderlijk, omdat in mijn ogen heel veel leerlingen de eerste twee jaar, soms zelfs de eerste drie jaar van de middelbare school niet echt serieus levensbeschouwelijk kunnen reflecteren. Pas als de vragen rondom toekomst, relaties en werk zich gaan voordoen, zien leerlingen vaak dat het hierbij om meer dan zakelijke, dus zinvragen gaat. Gelukkig voor hen leiden veel leerlingen tot hun 15e ,16e een beschermd leven, waarin de dwingende levensvragen nog niet met de deur in huis vallen, maar dat verandert daarna snel.
Door op gezette tijden de leerlingen te vragen op deelaspecten van hun portfolio te reflecteren komen ze er snel achter dat ze een soms dramatische ontwikkeling hebben meegemaakt. “Kon ik zo iets in de brugklas schrijven?” klinkt het dan ongelovig, maar de feiten liggen er gewoon. Dit soort ervaringen doet hen dan beseffen dat het nadenken over vaak voorlopige antwoorden op allerlei moeilijke vragen nog niet zo gek is en hen de gelegenheid biedt om op een verantwoorde manier tot een eigen stellingname of handelwijze te komen.

Portfolioreflectie
Aan het eind van hun levensbeschouwelijk traject gekomen schrijven de leerlingen aan de hand van een aantal richtvragen een reflectie op hun portfolio. Ze moeten daarbij gebruikmaken van citaten uit hun eigen werk. Op dat moment hebben ze tussen de veertig en vijftig opdrachten in hun portfolio staan. Vermoedelijk kost het hen een dag om dat allemaal nog eens door te lezen en vervolgens een tekst van minimaal zes kantjes erover te schrijven.
Het resultaat is voor bijna alle leerlingen opzienbarend. Een derde van hun leven komt ineens voorbij en zij zien hun eigen levensbeschouwelijke ontwikkeling weerspiegeld in hun teksten. Terugkijkend is hun bijna unanieme conclusie dat ze nu ervaren hebben dat het vak levensbeschouwing er wel terdege toe doet, dat ze blij zijn deze soms wel zware en uitgebreide opdrachten gemaakt te hebben, want ze zijn erg zinvol gebleken.
Geen kwartaalcijfers, zei ik eerder, maar de ogen gericht op de lange termijn. Als de leerlingen aan het eind van het levensbeschouwelijke traject de conclusie trekken dat het zinvol en soms zelfs nuttig is geweest, ook met het oog op hun toekomst [want bijna niemand gooit het gecreëerde portfolio nog weg] wie praat er dan nog over het zogenaamde gebrek aan motivatie van de docent en de leerling?
Wim Mathijssen

Bethelem Rhapsody

Collega Ingrid Schraven maakte haar Facebookvrienden attent op een interessant en verrassend kerstverhaal. Het gaat hier om de muziek van Bohemian Rhapsody van Queen, voorzien van een tekst van het kerstverhaal en uitgebeeld door poppen.
De uitvoering wordt zelfs in kerken gebruikt en is èn vermakelijk en een met moderne middelen gemaakte versie van het kerstverhaal.
Misschien een idee om leerlingen op een soortgelijke manier aan het werk te zetten met andere onderwerpen. Al moet ik toegeven dat het heel wat vraagt van het taal- en verbeeldingsvermogen van de kinderen.

Naar deze bewerking kijkend kwam mijn oog op een andere bewerking, nu van de nummer twee van de top 2000 van dit jaar Hotel California van The Eagles. In 2004 nota bene produceerde de Puppet Ministry – moet ik dat vertalen met ‘poppenpastoraat? – haar eigen versie in de vorm van ‘Hotel Can’t Afford Ya’.
Omdat de stemmen slecht opgenomen zijn, hieronder de tekst:
From a dark desert highway we pulled into the inn
Rome called for a census — I was from Bethlehem
Up above from a distance a star was giving me light
My wife was heavy cause her child was due — We had to stop for the night

So we stood in the doorway of Bethlehem Hotel
And I was thinking to myself, “I hope to Heaven they’ll give me some help”
But they told us no-can-do and they sent me away
“There’s a place around the corner though where you both can stay”
Welcome, but the hotel can’t afford ya
Such a lovely place but we’re out of space
Ran out of room and the hotel can’t afford ya
It’s the time of year — with the census here

My wife was definitely gifted — That’s what the Lord’s angel said
She was about to have a baby boy while still virgin
Spent the night in a barnyard — cheap slumlord’s rent
Some night to remember — some night to forget
So because of what happened I was grieving for my wife
I said, they probably haven’t cleaned in here since B.C. 65
Animal voices were calling for straw and hay
Keep you up through the middle of the night just as if to say

Welcome, but the hotel can’t afford ya
It’s a lovely place, but we’re out of space
Holiday rush and the hotel can’t afford ya
What a nice surprise for your silent night
He was born that evening and shepherds came that night
And they said, We are all just visitors here — of the Holy Christ
And in an ass’s manger, they found the boy asleep
They started gettin’ teary eyed so they went back to their sheep

Last thing I remember there were wise men at the door
They had a bunch of packages from the place they were before
We’re late, said the wise men, We had problems Christmas Eve
We’ve been checking out your shiny light all through the Middle East

Knappe hertaling, vind ik, en mooi materiaal te vinden op

Koning Winter

Het is een bijzonder hartverwarmend gevoel als je bemerkt dat je eigen kinderen je passie voor tweede taal – wat immers het voertuig voor levensbeschouwelijk denken en spreken is – hebben overgenomen. Vandaar deze korte advertorialbijdrage.

Eva schreef een wintersprookje voor Slot Loevestein, ‘Koning Winter’ het verhaal van de jongen Konstantin, die niet weet wat bang zijn is en in het kasteel van Koning Winter op zoek gaat naar de sleutels die nodig zijn om het kistje met het hart van Koning Winter te vinden en daarmee de mooie Katja die Koning Winter afwees waarna deze de wereld vervloekt heeft met zijn eindeloze ijzigheid. Het kistje wordt bewaakt door de snerpende sneeuwuil, de pijnigende poolbeer en de ijzingwekkende ijsheks, die de moeder heet te zijn van Koning Winter. Zij heeft bij zijn geboorte zijn hart weggenomen zodat niemand hem ooit zou kunnen raken en pijn doen. Zij wilde haar kindje beschermen, maar heeft nu een zoon die van niemand, ook niet van zijn moeder houdt..

Het verhaal van Koning Winter wordt in de kerstvakantie vier maal opgevoerd in Slot Loevestein: op 27 en 28 december 2011 en 5 en 6 januari 2012. In groepen van maximaal 30 mensen maak je een tocht over het Loevesteinterrein en dwaal je binnen het slot zelf om het verhaal van Koning Winter te zien spelen door een grote groep amateurspelers die er zichtbaar lol in hebben. Vooral kinderen in de basisschoollleeftijd zullen zich graag laten meeslepen door het verhaal binnen een echte kasteelsetting. Meer informatie op http://www.slotloevestein.nl en vervolgens de link naar Winterfeest.

In samenwerking met Slot Loevestein is van het verhaal een (voor)leesboekje gemaakt. Broer Jan Willem leverde de passende tekeningen bij het verhaal, wat resulteerde in een aantrekkelijk lees- en kijkavontuur voor kinderen. Het boek is mee te nemen voor € 6,50 en toegezonden voor € 8,50. Op de pagina van het Koning Winterprogramma vind je de bestelmogelijkheden. Wie eerst wil zien wat hij te verwachten heeft, kan een flashbestand doorkijken, zoals ook mogelijk is met onze eigen levensbeschouwelijke projecten. De link voor het boek is tijdelijk http://flipflashpages.uniflip.com/3/58232/121437/pub/index.html

Nog eens de afvinklijst

In LIA 172 besteedde ik aandacht aan het mogelijke belang van het gebruik van een afvinklijst bij het beoordelen van de werkzaamheden van leerlingen. Daarbij verwees ik naar het boek van Atul Gawande, Het Checklist Manifest. Mijn eerste ervaring met de door mij geformuleerde afvinklijst was bij de afrondende opdracht over het kwaad. Ik deed de volgende ontdekkingen:

1.
Mijn stelling was en is dat het correct afwerken van zo’n lijst de leerlingen nogmaals drukt op de zaken die de docent belangrijk vindt. Door de vinkjes te zetten op een bewuste wijze realiseert de leerling wat zhij al dan niet gedaan heeft. Dat biedt de mogelijkheid om zaken te corrigeren alvorens over te gaan tot het inleveren van de opdracht. Leerlingen geven ook aan dat de lijst een werkbaar hulpmiddel is om alles nog eens goed na te gaan.

2.
De correcte uitvoering van de afvinklijst maakt het verschil tussen de nauwkeurig en systematisch werkende leerling en de leerling die er min of meer met zijn pet naar gooit. In de hieronder opgenomen afvinklijst kwaad heb ik een willekeurige opdracht opgenomen, die eigenlijk nergens naar verwijst. Leerlingen die er met de pet naar gooiden hadden dit item wel aangevinkt, maar niet uitgevoerd of niet op een correcte wijze. Daarmee vielen de leerlingen die de opdracht beneden mijn peil uitvoerden al snel door de mand met de bekende negatieve cijfers tot gevolg.

Om me een hoop werk te besparen had ik onderstaande afvinklijst in textexpander gezet, een mac-programma, dat de mogelijkheid biedt met een afkorting hele lappen tekst goed weg te zetten. Ik vermoed dat ook onder windows zulke programma’s bestaan. De elo geeft de mogelijkheid om op de opdracht van de leerling commentaar te leveren op dezelfde pagina als waar het bestand van de leerling en het punt van de docent te zien zijn. Door in het docentenreactiekader de lijst met afvinkpunten te plaatsen met enkele toetsaanslagen was het mogelijk die afvinkpunten die niet of gedeeltelijk slechts terug te vinden waren te markeren met een kleur. Zo kon de leerling meteen zien welke zwakke punten de docent ontdekt had en waarop zijn punt gebaseerd was. Leerlingen die voor de deadline inleveren hebben de mogelijkheid hun tekst te verbeteren op basis van de aanwijzingen van de docent en velen maken daar gebruik van. Met relatief weinig moeite kan ik als docent aangeven waar de tekorten zitten en de leerling heeft meteen een overzicht waar zijn zwakke, eventueel te verbeteren punten zitten.

4.
De afvinklijst is ook een manier om jezelf als docent te dwingen goed na te denken over wat je van de leerlingen vraagt en welke eisen je aan hen stelt. Zowel de docent als de leerling hebben in een oogopslag een overzicht van wat als belangrijke uitkomsten van een opdracht wordt geëist. Die belangrijke uitkomsten kun je moeilijk formuleren als je je doelstellingen voor dat thema niet scherp voor je hebt. Op deze manier is de afvinklijst een uitvloeisel van duidelijk geformuleerde doelstellingen waaraan docent en leerlingen gezamenlijk kunnen en moeten werken.
Ideaal toch!?

Voorbeeld afvinklijst
Hieronder volgt de tekst voor de leerlingenafvinklijst met betrekking tot het thema kwaad, in havo 5 behandeld.

Te volgen werkwijze:

A.
Als je de opdrachten onder B gemaakt hebt, neem je de onderstaande afvinklijst over in je document en plaatst die VOOR de uitwerking van de vragen. Aan de hand van de afvinklijst controleer je of je aan de eisen die we gesteld hebben voldoet en zet zo nodig een √ [vinkje] ervoor. Geen vinkje betekent dat je niet gedaan hebt, wat er in die regel staat. Door deze lijst langs te lopen voorkom je dat je belangrijke zaken of onderdelen vergeet, wat ten koste gaat van je punt, helaas.

.. Ik heb 2 levensbeschouwelijke vragen gesteld.
.. Ik heb uitgelegd waarom ik die vragen belangrijk vind.
.. Ik heb bij de vraag over Mani en Pelagius duidelijk laten zien waarom ik waar sta.
.. Mijn antwoorden zijn zeker anderhalve pagina per vraag.
.. Ik heb van de behandelde teksten gebruik gemaakt.
.. Ik heb op pagina 2 bovenaan voor het gemak van de docent de code WJM201107 opgenomen.
.. Ik heb de visies van de auteurs zo correct mogelijk weergegeven.
.. Ik maakte gebruik van het audiovisuele materiaal
.. Ik heb opmerkingen uit de klas meegenomen in mijn tekst
.. Ik heb gebruik gemaakt van tussenkopjes of een duidelijke alinea-indeling.
.. Ik heb mijn Nederlandse taal en spelling goed gecontroleerd.
.. Ik heb geen plagiaat gepleegd.
.. Ik heb de bronnen aangegeven van teksten die van elders komen.
.. Materialen en citaten van anderen zijn een duidelijke minderheid in mijn totaal tekst
.. Ik ben me ervan bewust dat deze opdracht een weging van 20 in plaats van 10 heeft.

B.
De opdracht vind je in hoofdstuk 18 van je boek, pagina 36-37

Code: kwaad

Weging: 20

A simple plan

De film ‘A Simple Plan’ gaat inderdaad over een simpel plan: drie mannen vinden een neergestort vliegtuigje met een dode piloot en een tas met 4,5 miljoen dollar. Ze willen die 4,5 miljoen graag zelf houden en besluiten de buit op te bergen tot na de winter, als de dooi het inmiddels ingesneeuwde vliegtuig weer zichtbaar maakt en mogelijk mensen op zoek gaan naar het geld.
De film begint met een overweging van Hank, de hoofdpersoon, over wat zijn vader onder geluk verstond en aan het eind van de film zal Hank die simpele staat van geluk nooit meer meemaken.
De film is in feite een verhaal over kiezen, hebzucht en gelukkig zijn. De film kan heel goed in een aantal fragmenten worden onderverdeeld. Bij ieder onderdeel kan de film gestopt worden en de leerlingen gevraagd, wat zij zouden doen en waarom en als ze het fragment gezien hebben, kan de docent de waaromvraag stellen: waarom doen de mensen hier wat ze doen? Hadden ze anders kunnen handelen? Waarom deden ze dat niet?
Hieronder een samenvatting van het filmverhaal.
De cijfers aan het begin van een alinea verwijzen naar het tijdstip in de film, waarop het fragment begint.

A Simple Plan
(1998)
Goedgekeurd voor 16 jaar en ouder

Hank “Mijn vader vertelde me als kind wat een man nodig heeft om gelukkig te worden.
Simpele dingen eigenlijk… Een vrouw om van te houden, een fatsoenlijke baan, goede vrienden en buren en wederzijds respect. En een tijd lang – zonder dat ik me dat realiseerde – had ik dat alles. Ik was een gelukkig mens.”

Vrouw Sarah is zwanger

Hank, Lou en Jacob (broer van Hank) gaan op pad, bezoeken graf van hun vader. Op de terugweg sprint een vos met kippen in zijn bek. Auto remt en tikt tegen een boom. Ze gaan op pad om de vos te schieten. Ruziemakend komen ze op het spoor van een neergestort vliegtuig. De piloot zit er nog in, kraaien zijn bezig hem te eten. Ze ontdekken een tas met geld.

13.18 Hank “ Dit is een zaak voor de politie. Jij blijft hier, dan halen we de politie.”

13.30 Lou: “Als we het nu eens niet inleverden.”

We worden gepakt; we zijn medeplichtig;
Doe dan gewoon niet mee – medeplichtig
Als de vliegtuig vinden en geld missen , komen ze achter ons aan.
Illegaal geld en de politie kent die piloot niet eens.
Amerikaanse droom in een sporttas,
Je werkt voor de Amerikaanse droom, je verdient die zelf.

16.07 Als ik het dan eens bewaar… We wachten tot de lente, als er dan niemand om het geld is geweest, verdelen we het en smeren hem.
Waarom moet jij het bewaren?
Omdat ik het zo wil . Anders leveren we het nu meteen in.
Vertrouw je ons niet?
Met zoveel geld? Ik niet. Geen beloften; als er iemand komt zoeken, verbrand ik het.
Ze doen mee.
Tellen het geld eerst: 4.400.000 dollar.

Lou belooft niets tegen zijn vrouw Nancy te zeggen. Hank denkt dat hij het wel zal doen.
22.40 Hank komt thuis en stelt zijn vrouw de hypothetische vraag wat ze zou doen als ze 4 miljoen in het bos zou vinden. Ik houd het niet, want het is stelen.
Zoekgeraakt geld en niemand zoekt ernaar.
Van wie is het geld?
Van jou.
En van wie was het hiervoor?

Hij gooit het geld op tafel en ze begint te lachen. Aan tafel praten ze erover.
H: “Als we het houden, hoeven we ons geen zorgen te maken”
S: “Maar dat doen we nu toch ook niet. Je hebt een goede baan; we hebben het niet nodig.”
H.: “Maar niemand lijdt schade als we het houden.Dat zou pas een misdaad zijn: als iemand er schade door zou lijden.”
S.: “Het is verboden. Of iemand schade lijdt, maakt niet uit.Je wordt gesnapt en gaat naar de gevangenis.”
H.: “Er wordt niemand gesnapt. Het geld is het enige bewijs dat we iets fout doen.We bewaren het en kijken wat er gebeurt. Als iemand het zoekt, verbranden we het en zijn we er vanaf. Geen enkel risico. Alles is onder controle.”
S.: “En hoe is het Jacob en Lou?”
H.: “Zolang we het geld bewaren, trekken wij aan de touwtjes.”
In bed na de nieuwjaarsborrel thuis zegt Sarah: “je moet teruggaan naar het vliegtuig en een groot bedrag – zo’n 500.000 dollar – terugleggen; als ze dan het vliegtuig vinden, denken ze dat er nog niemand geweest is. Het zou de verdenking wegnemen, niemand laat zoveel geld liggen. Je vertelt Jacob niets. We moeten van nu af voorzichtig zijn, we moeten vooruitdenken.”

27.09 Zegt tegen Jacob dat ze terug naar het vliegtuig moeten, omdat hij de piloot aangeraakt heeft, Jacob op de uitkijk, moet doen alsof hij een band verwisselt. Boer op zoek naar de vos wil met zijn scooter naar het bos rijden. Jacob slaat hem met een stuk ijzer en hij lijkt dood te zijn. Hank zegt Jacob dat hij zal doen alsof het een ongeluk is en hij rijdt met de dode boer richting bos. De boer komt uit zijn bewusteloosheid en zegt:
“Je broer heeft me geslagen, Bel de politie maar.” Hank verstikt de boer tot hij echt dood is.
Hij laat de scooter met de boer erop van de brug schieten om het op een ongeluk te doen lijken. Jacob krijgt wroeging en wil zijn daad en alles erom heen opbiechten. Hank vertelt hem dan dat hij de boer gedood heeft, dus is het zijn beslissing.

36.30 Thuis met Sara kijken ze naar het nieuws, waar het bergen van de scooter te zien is. Sarah zegt, dat ze wilde dat hij Jacob niet meegenomen had. Ze is bang dat hij zal vertellen wat er gebeurd is. Hank: “Vertellen wat ik gedaan heb.” Sarah:”Dat deed je omdat je in de val zat. Je had geen keus.” Hank vraagt Sarah:” Had jij hetzelfde gedaan als je daar had gestaan? Ik moet weten of jij het ook had kunnen doen.”

Jacob vraagt hem naar hun boerderij te komen in de middagpauze. Het is de boerderij waar hun vader twee hypotheken op had, waarna hij failliet is gegaan. Jacob wil de boerderij terugkopen en er weer iets van maken, nu zij het geld hebben. Hank zegt dat ze er van door moeten als ze geld hebben, want anders kunnen ze het verkregen geld niet verklaren. “Je kunt de hele wereld hebben, Jacob,” zegt hij, maar Jacob zegt dat dit het enige is wat hij wil hebben. “Dit is mijn thuis, Hank.”

41.10 Sarah laat Hank een krantenknipsel zien, waaruit zou blijken dat het geld afkomstig is van een ontvoering van een rijke erfgename. ‘Nu weten we dat het gestolen is,” “We wisten dat het gestolen was, alleen niet van wie.”
“We dachten dat het drugsgeld was.”
“Nee, dit is juist goed. Ik dacht dat het gemerkt of zo zou zijn. Maar dat is niet, want het staat hier. Je bent een beetje paranoïde. Het is over. Het zit goed.”

44.01 Lou staat voor Hanks deur en wil zijn aandeel hebben. Hank: “We zouden het bewaren tot we zeker wisten dat alles veilig was.”
Lou: “Geef me maar een pakje. De rest haal ik later wel op.”
“Als je dat nog eens vraagt, verbrand ik het morgenochtend. Duidelijk?”
“ Je bluft.”
“Probeer het maar.”
“Jacob heeft me een geheimpje verteld, meneer de boekhouder. Ik weet wat er met Dwight Stevenson gebeurd is.”

Even later zegt Lou: “Ik ben platzak, ik heb schulden.”
Hank weet het verdelen van de buit uit te stellen tot Sarah bevallen is.

51.00 Sarah is bevallen en heeft het volgende voorstel: “Je moet zo’n minirecorder kopen. Dan nodig je Lou en Jacob uit, voeren hem dronken en laten hem de moord bekennen. Jij gaat eerst, dan Jacob en als Lou gaat praten neem je dat op. Als hij vervolgens moeilijk doet, kun je hem ermee confronteren. We kunnen het toch proberen, we hebben niets te verliezen.”

Hank nodigt Jacob uit om bij hen te komen eten. Ze praten over vroeger. Jacob zegt dat hun vader in hun situatie hetzelfde gedaan zou hebben als zij. Hij wilde altijd alles voor elkaar hebben, net genoeg om een rustig leven te kunnen leiden. Maar dat lukte hem nooit. Als het hem wel gelukt was, zou hij er nog zijn. Dan had hij het niet gedaan. Zelfmoord gepleegd.”

Hank blijkt in de veronderstelling verkeerd te hebben dat ze dronken waren en ze een ongeluk gehad hadden.
Jacob: “Hij had natuurlijk gedacht dat het verzekeringsgeld alles goed zou maken.”

1.06 Jacob helpt Hank de bekentenis te krijgen door een toneelstukje te spelen. Als Hank de band voor Lou afspeelt, wordt die woest en dreigt met een geweer. Jacob haalt zijn geweer uit de truck en er ontstaat een dreigende situatie. Jacob schiet en Lou is dood. Hank zegt tegen Nancy dat het zelfverdediging was en dat zij zijn deel zal krijgen. “Jullie krijgen helemaal niets van dat geld” roept ze en loopt naar de keuken, waar ze een revolver pakt en op Hank schiet. Hij doodt haar en weet Jacob zo ver te krijgen dat ze een geloofwaardig verhaal ophangen waarbij Lou in een dronken bui Nancy vermoordde en zich vervolgens tegen hen richtte.

1.20 Jacob wordt verdwaasd door de politieagent naar Hank gebracht en hij zegt: Voel je je weleens een slechterik? Ik wel.”

1.24 Carl – sheriff- vraagt Hank de volgende middag Jacob langs te sturen omdat een FBI-agent naar hen toekomt om over een neergestort vliegtuig te kijken. Hank wordt paniekerig en zegt tegen Sarah, dat ze het geld moeten pakken en naar het buitenland moeten vertrekken. Sarah houdt haar zinnen bij elkaar en zegt dat hij gewoon erheen moet gaan. “ De mensen zien jou als een normale, aardige man. Niemand verwacht dit soort dingen van jou.”

Sarah vermoedt dat er iets mis met de FBI-agent omdat die praat over een overval op een geldtransport. Sarah: ”Dan zouden er toch ook briefjes van 50 en 10 tussen moeten zitten. Heb je naar zijn legitimatie gevraagd, Ik bel morgen meteen met de FBI of er een agent Baxter werkt. Ik werk aan een plan.”

Hank: “ Een plan; het geld naar het vliegtuig terugbrengen en Stevenson vermoorden? Of Lou stiekem opnemen waardoor er nog twee mensen dood zijn? Weer zo’n plan? Ik heb ook een plan. Ik breng het geld terug. Alles.”

Sarah: “Is dat wat je wilt. Nog dertig jaar werken, wachtend tot je baas met pensioen gaat of sterft, zodat jij opslag krijgt? En Amanda? Moet zij opgroeien in goedkope of tweedehands kleren? Met speelgoed van andere mensen omdat wij niks kunnen kopen? En ik? Wat moet ik? De rest van mijn leven, 8 uur per dag met een valse glimlach met mijn neus in de boeken naar huis gaan om eten voor je te koken. Altijd dezelfde maaltijden, afhankelijk van de kortingsbonnen die week. Uit eten gaan bij speciale gelegenheden. Met een verjaardag of zo. Niet te veel bestellen. Geen voorgerecht. Thuis een toetje eten. Moet dat me gelukkig maken? En dan heb ik het nog niet over Jacob gehad. Bijstand en af en toe een baantje. Hoe lang duurt het voor hij alleen in dat huis vervuilt?”

Sarah belt de FBI en stelt vast de het een nep-agent is. Als ze Hank belt weigert hij de smoes te gebruiken die ze afgesproken hebben en gaat toch mee. Sarah belt Jacob die toch komt opdagen. Ze verspreiden zich in het natuurreservaat. Hank heeft een wapen uit Carls bureau meegenomen. Als het vliegtuig gevonden is, waarschuwt Hank Carl, maar die wordt neergeschoten voor hij er erg in heeft. Hank wordt gedwongen het vliegtuig in te gaan en laadt daar het wapen. Buitengekomen schiet hij de nepagent dood. Jacob wil niet meer liegen.
“Had een ander het geld maar gevonden.”
Hank vertelt het te vertellen verhaal, maar Jacob pakt het pistool van de nepagent en zegt: “Laat het maar lijken dat hij het gedaan heeft.” “Ik ben zo moe. Ik vind het niet erg. Het is goed zo, ik ben niet bang.
Ik wil hier niet mijn hele leven aan denken. Zuipen op de veranda …
Voor jou is het perfect. Je hebt een doel in je leven. Dat weet je. Ik wil hier niet meer zijn.”

“Als je van me houdt, doe je het. Ik geef je de kans. Ik zal je niet aankijken. Ik zal je niet aankijken, maar als je het niet doet, doe ik het zelf en dan we allebei de lul. Daar schieten we niets mee op. Ik doe het echt, Hank. Ik meen het.”

Hank schiet als hij ziet dat Jacob het pistool naar zijn hoofd brengt.

De echte FBI vertelt hem, dat ze het geld enkele uren in handen hebben gehad. Omdat het niet gemerkt mocht worden hebben 20 mensen de nummers opgeschreven en die wachten nu tot het geld op komt duiken.
Hank gaat naar huis en verbrandt het geld, Sarah: “We kunnen naar het buitenland vluchten.” maar hij duwt haar van zich af en verbrandt alles.

Sara werkt in de bieb en Hank in de molen. “Soms hebben we dagen dat we net normale mensen zijn die nergens aan denken, niet aan het geld, niet aan de moorden. Maar die dagen zijn op de vingers van een hand te tellen.”

117 minuten totaal

Spreuken over geheimen

Een mooie werkvorm vind ik altijd het voorschotelen aan de leerlingen van een aantal citaten. Citaten hebben meestal een bepaalde gedachte kernachtig weergegeven, zetten aan tot denken en reageren. De vraag aan de leerling is dan om er een of twee te kiezen waar ze helemaal achter staan en een waar ze helemaal niets mee hebben. Over die uitspraken moeten ze dan wel een korte verantwoording kunnen geven.
Het is een manier van werken, die ertoe leidt dat iedereen iets kan zeggen over het thema, want iedereen heeft wel een citaat dat hem sympathiek is of juist tegenstaat. En het uitleggen van het waarom leidt vaak tot reacties van diegenen die het citaat om de tegenovergestelde reden gekozen hebben.
Wie zoals ondergetekende verwacht dat leerlingen aan het eind van een thema enkele levensbeschouwelijke vragen daarover serieus moeten kunnen aanpakken, ziet dan ook dat er in korte tijd een heleboel verschillende kanten van een thema naar voren komen, waaruit het weinig moeite kost om een sprankelende levensbeschouwelijke vraag te destilleren.

Hieronder een aantal citaten over geheimen:
De taak van de kunstenaar is om het mysterie te verdiepen.
Anoniem

Elk mens heeft zijn eigen waarde, zijn eigen glans, zijn eigen geheim.
Anoniem

Onder het bewaren van een geheim verstaan sommige mensen: zachtjes praten als je het vertelt.
Anoniem

Het geheim van humor is verrassing.
Aristoteles

Men bewaart een geheim het best door het te vergeten.
Comtesse Diane de Beausacq

Als u iemand niet uw hele geheim durft toevertrouwen, vertrouw hem dan ook niet een gedeelte ervan toe.
Jean de Boisson

Iedere onthulling van een geheim is de schuld van hem, die het heeft toevertrouwd.
Jean de la Bruyère

Denk tweemaal na alvorens een goede vriend te bezwaren met een geheim.
Marlene Dietrich

Het geheim van creativiteit is weten hoe je bronnen te verbergen.
Albert Einstein

Als je je geheimen toevertrouwt aan de wind, moet je het de wind niet kwalijk nemen als hij ze onthult aan de bomen.
Kahlil Gibran

Het kunstwerk openbaart ons de aanwezigheid van een geheim, niet dit geheim zelf.
Jan Greshoff

Bewaar een geheim en het is uw slaaf; vertel het en het is uw meester.
Hebreeuws

Een geheim is iets wat we aan een ander geven om voor ons te bewaren.
Elbert Hubbard

Huishoudelijke tip: met alcohol kun je alles bewaren, behalve geheimen.
Gerrit Komrij

Het geheim van het leven is niet een probleem dat opgelost moet worden, maar een werkelijkheid die moet worden ondergaan.
J. van der Leeuw

Het geheim van de kunst is daarin gelegen, dat men niet zoekt, maar vindt.
Pablo Picasso

Het geheim van het handhaven van een succes berust vaak op het succes van het handhaven van een geheim.
Alexander Pola

Hoe kunnen wij verlangen dat een ander ons geheim bewaart, wanneer wij het niet eens zelf weten te bewaren?
Francois de la Rochefoucauld

Vertel je vriend een leugen en als hij dat geheim houdt, vertel hem dan de waarheid.
Spanje

Een geheim is als een gat in je kleding; hoe meer je het verborgen wilt houden, hoe meer je er de aandacht op vestigt.
Carmen Sylva

Een geheim wordt soms het best bewaard door geheim te houden dat het een geheim is.
Sir Henry Taylor

Vrouw in auto leidt tot meer seks

Het onderstaande bericht zou even humoristisch zijn als de samenvatting van de bijbel door de kindergeest, als het niet op werkelijkheid gebaseerd was. Maar het is de tragische werkelijkheid in het Saoedi-Arabië van vandaag:

“Blijkbaar zal het laten autorijden van Saudische vrouwen tot meer seks leiden, volgens de religieuze raad. Een ‘wetenschappelijk rapport is verschenen in Saoedi-Arabië, dat beweert dat het autorijden eveneens tot homoseksualiteit en pornografie leidt.
Deze opzienbarende conclusies werden getrokken door islamitische geleerden op de Majlis al-Ifta’ al-A’ala, Saoedi-Arabisch hoogste religieuze raad, daarbij ondersteund door Kamal Subhi, eem voormalige professor aan de Koning Fahd Universiteit.
Het rapport waarschuwt ervoor dat het toestaan aan vrouwen om auto te rijden een vloedgolf aan prostitutie, pornografie, homoseksualiteit en echtscheiding zou veroorzaken.

Binnen tien jaar nadat het verbod zou worden opgeheven, beweren de opstellers, zouden er geen maagden in het islamitische koninkrijk meer zijn. En het rapport stelde dat ‘morele achteruitgang’ reeds te zien is in andere moslimlanden waar vrouwen wel achter het stuur mogen zitten.
In het rapport beschrijft professor Subhi een situatie in een koffiehuis in een niet nader genoemd islamitisch land: “Alle vrouwen keken naar mij. Een maakte een gebaar dat ze beschikbaar was.. Dit gebeurt er als je vrouwen auto laat rijden.”

Het verbazingwekkende rapport verschijnt nadat Shaima Jastaniya, een Saoedische vrouw van 34, tot tien zweepslagen veroordeeld was na betrapt te zijn op autorijden in Jeddah.”
Bron: UK Daily Mail 2 december 2011

Kinderhumor over de bijbel

A child was asked to write a book report on the entire Bible. Here is what was written:

The Children’s Bible in a Nutshell


In the beginning, which occurred near the start, there was nothing but God, darkness, and some gas.
The Bible says, ‘The Lord thy God is one,’ but I think He must be a lot older than that.



Anyway, God said, ‘Give me a light!’ and someone did. 

Then God made the world.


He split the Adam and made Eve. Adam and Eve were naked, but they weren’t embarrassed because mirrors hadn’t been invented yet. 
Adam and Eve disobeyed God by eating one bad apple, so they were driven from the Garden of Eden…..Not sure what they were driven in though, because they didn’t have cars. 



Adam and Eve had a son, Cain, who hated his brother as long as he was Abel. 

Pretty soon all of the early people died off, except for Methuselah, who lived to be like a million or something. 



One of the next important people was Noah, who was a good guy, but one of his kids was kind of a Ham. Noah built a large boat and put his family and some animals on it. He asked some other people to join him, but they said they would have to take a rain check. 



After Noah came Abraham, Isaac, and Jacob. Jacob was more famous than his brother, Esau, because Esau sold Jacob his birthmark in exchange for some pot roast. Jacob had a son named Joseph who wore a really loud sports coat.



Another important Bible guy is Moses, whose real name was Charlton Heston. Moses led the Israel Lights out of Egypt and away from the evil Pharaoh after God sent ten plagues on Pharaoh’s people. These plagues included frogs, mice, lice, bowels, and no cable. 

God fed the Israel Lights every day with manicotti. Then he gave them His Top Ten Commandments. These include: don’t lie, cheat, smoke, dance, or covet your neighbor’s stuff. 

Oh, yeah, I just thought of one more: Humor thy father and thy mother.



One of Moses’ best helpers was Joshua who was the first Bible guy to use spies. Joshua fought the battle of Geritol and the fence fell over on the town. 

After Joshua came David.. He got to be king by killing a giant with a slingshot. He had a son named Solomon who had about 300 wives and 500 porcupines. My teacher says he was wise, but that doesn’t sound very wise to me.



After Solomon there were a bunch of major league prophets. One of these was Jonah, who was swallowed by a big whale and then barfed up on the shore. 
There were also some minor league prophets, but I guess we don’t have to worry about them.



After the Old Testament came the New Testament. Jesus is the star of The New Testament. He was born in Bethlehem in a barn. (I wish I had been born in a barn too, because my mom is always saying to me, “Close the door! Were you born in a barn?” It would be nice to say, “As a matter of fact, I was.” )



During His life, Jesus had many arguments with sinners like the Pharisees and the Republicans. 

Jesus also had twelve opossums. The worst one was Judas Asparagus. Judas was so evil that they named a terrible vegetable after him.



Jesus was a great man. He healed many leopards and even preached to some Germans on the Mount. 

But the Republicans and all those guys put Jesus on trial before Pontius the Pilot. Pilot didn’t stick up for Jesus. He just washed his hands instead.

Anyways, Jesus died for our sins, then came back to life again. He went up to Heaven but will be back at the end of the Aluminum. His return is foretold in the book of Revolution.†

Gevonden op http://sth.devonhumanists.org.uk/

Nieuwe opzet mavo-curriculum

De docenten van de werkgroep BEO -Breda, Etten-Leur en Omstreken, al moeten we ons van de laatste weinig voorstellen – hebben in het begin van het schooljaar 10-11 de koppen weer bij elkaar gestoken en overlegd op welke wijze een zinvolle samenwerking mogelijk zou kunnen zijn. Na overleg over wat urgent is en wat niet hebben ze gekozen om voor de mavo-klassen 1-3 een nieuwe opzet te maken.

Ander type leerling
Mavo-leerlingen zijn anders dan havo- of vwo-leerlingen, dus is het riskant om hen hetzelfde materiaal aan te bieden als die laatste groepen.
Mavo-leerlingen zijn eerder doeners dan denkers en dat heeft gevolgen voor de didactiek van die stroom.
Mavo-leerlingen zijn niet van de lange spanningsboog en hebben vaak moeite met veel tekst, dus dienen we daar rekening mee te houden.

Levels
Met dit soort zaken in het achterhoofd zijn we vorig jaar aan de slag gegaan en zijn we tot een duidelijke keuze gekomen; ik citeer uit de inleiding van het leerlingenboek:
“We bewandelen steeds een ongeveer gelijke weg om te komen tot waar we jou graag willen hebben.
Om dat aan te geven hebben we ieder hoofdstuk in vijf levels verdeeld. Zoals in de echte games staat level 1 voor het laagst level, level 5 voor het hoogste.
Level 1 – inleiding: waar het in dit hoofdstuk om gaat en welke vragen vooral aan de orde zullen
komen;
Level 2 – een eerste reactie: ook al heb je nog zo weinig ermee te maken gehad, je kunt wel spontaan reageren of proberen een mening te geven;
Level 3 – Aan de slag: je krijgt meer informatie om de vraag beter in beeld te krijgen; wat valt er allemaal over te zeggen
Level 4 – Verwerking: werken om te laten zien dat je het gesnapt hebt.
Level 5 – Wat betekent het voor mij?: levensbeschouwing heeft te maken met wat bepaalde zaken, dingen, mensen, gebeurtenissen voor je betekenen.
De eerste vier levels zijn nodig om in het onderwerp thuis te raken, te snappen waar het om gaat en te laten zien dat je het gesnapt hebt. Ons gaat het als levensbeschouwers met name om het laatste vijfde level, waarin je laat zien dat je over het onderwerp kunt nadenken en het in verband met je eigen leven kunt brengen: wat betekent het voor mij.
Verschillende van deze level 5 opdrachten zullen in je portfolio terechtkomen, want daarover moet
straks in klas 3 verder doorgedacht kunnen worden.”

Herkenbaar stramien
We denken dat het werken met levels niet alleen iets is wat iedere gamende leerling snel snapt, maar dat het ook een stramien geeft waar de leerling houvast aan heeft. De weg van level 1 naar 5 laat ook goed zien dat wij het vijfde level het belangrijkste vinden, anders was het geen level 5 genoemd.
Hoewel we eerder de mavo-leerling doeners noemden, hebben ook zij voldoende in hun mars om op een eigen niveau na te denken over de zin- en betekenisvragen die we hen toch graag willen stellen. Zeker voor deze groep leerlingen lijkt ons kennis om de kennis geen goede doelstelling, maar kennis om tot een beter oordeel te kunnen komen is ook goed aan hen uit te leggen.

Gericht op het portfolio
Daarnaast maken we hen ook duidelijk dat een aantal opdrachten van level 5 terecht zullen komen in het levensbeschouwelijk portfolio, waarover ze aan het eind van de lessen in de derde klas een reflectie zullen moeten maken. De ervaring van de sectie levensbeschouwing van het Newmancollege die de mavo-drieleerlingen die reflectie-opdracht vorig jaar liet maken, was erg positief. Het zien veranderen van de eigen opvattingen in de loop van drie jaar maakte het nodige los in de leerlingen wat ze ook aan het papier konden toevertrouwen.

Schoolbreed op het Newmancollege
De sectie levensbeschouwing van het Newmancollege heeft in tegenstelling tot die van de KSE gemeend alle leerlingen met dit nieuwe materiaal te laten werken. Hun argumenten o.a.:
Alle leerlingen zijn ermee gebaat uitgedaagd te worden om zelf aan het werk te gaan en een product te leveren;
Bij levensbeschouwing is de kans dat je leerlingen te weinig uitdaagt door op het eerste gezicht simpeler lesmateriaal amper aanwezig, omdat de leerling die op level 5 gaat nadenken daarbij zijn eigen hersens en gevoel gebruikt en dan kan een intellectuele leerling veel van zichzelf laten zien. Anders gezegd: ieder zal op een eigen wijze antwoord proberen te geven op de levensvragen en situaties die haar worden voorgelegd.
Te wollig formuleren en te veel teksten zullen ook bij niet-mavo-leerlingen de kans op desinteresse vergroten, terwijl opdrachten waarin ze hun hele ziel kunnen leggen tot meer betrokkenheid leidt en daarmee ook tot verdieping.
De nieuwe opzet is te zien in http://www.uitgeverijwvdoever.nl/projecten/tdgo1-2011 voor het Newmancollege en in http://www.uitgeverijwvdoever.nl/projecten/tdgo1-ksemavo .
Wie de beide projecten naast elkaar legt ziet ook hier verschillen. Maar die hebben te maken met het feit dat de leerlingen van het Newmancollege het hele jaar een les van 70 minuten per week krijgen terwijl de mavobrugklassers 2 lessen van 60 minuten per week volgen.
Bovenstaande tekst, eventueel aangeviuld met nieuwe aspecten, kun je ook vinden op http://www.uitgeverijwvdoever.nl/projecten/mavo-opzet.html

Eigen keuze wordt vergemakkelijkt

Wie in zijn eigen tempo de verschillende projecten bekijkt, zal spoedig merken dat er in meerdere projecten hetzelfde materiaal te vinden is. Ze zijn de versies van Te Denken Geven versie 2010 opgenomen naast die van 2011. Alleen het project voor de tweede klas over de mensen van het boek is dit jaar ongewijzigd gebleven, alle andere projecten hebben een inhoudelijke verandering ondergaan. In jaar een hebben we een andere opzet gekozen in samenwerking met sectie levensbeschouwing van de KSE. Verderop wordt de opzet uitgelegd. In klas drie bleken we te veel materiaal te hebben en is de levensbeschouwelijke filmanalyse naar jaar 4 gegaan. Daar vonden we een mooie plaats achter het hoofdstuk over levensbeschouwing en cultuur. Hebben we in de eerste hoofdstukken de leerlingen laten ontdekken dat ze toch wel duidelijk postmoderne mensen zijn, voor wie de grote verhalen hun geloofwaardigheid hebben verloren en die op zoek gaan naar kleinere verhalen voor hun zingeving, dan komt in het hoofdstuk over levensbeschouwing en cultuur naar voren, dat popmuziek, film, cabaret en andere kleine verhalen veel mensen antwoorden op hun levensvragen kunnen geven. In dat kader kan het hoofdstuk over levensbeschouwing en film goed geplaatst worden.
Bij sommige jaren zijn toch maar bepaalde onderdelen geschrapt, meestal wegens tijdgebrek, soms omdat niet de juiste ingang tot de leerling te vinden was. Andere keren hebben we een thema weer uitgebreid of juist kleiner gemaakt, omdat bepaalde onderdelen niet hebben gewerkt in onze setting. Soms hebben we plotseling het licht gezien en een werkvorm gevonden die uitdagend is voor de leerlingen.
Een ander onderdeel zijn de projecten van de KSE. De sectie levensbeschouwing heeft met Queeste een heel andere invalshoek gekozen dan de sectie van het Newmancollege. In de tweede fase is wel een aantal jaren samengewerkt en hebben we de tdgtf-projecten samen opgezet. Wie deze projecten bekijkt en vervolgens het materiaal van Newman en KSE vergelijkt, ziet dat beide secties toch een eigen kant zijn opgegaan met het beschikbare materiaal.
Het is deze manier van werken die tot vruchtbaarheid kan leiden. Mensen van de ene sectie zien wat de andere sectie gedaan heeft en denken daar zelf nog eens over na. Vervolgens kan men op een eigen manier het beschikbare materiaal assembleren tot een eigen curriculum, al dan niet aangevuld met eigen materialen.
Docenten die een eigen versie van TDG willen samenstellen kunnen dankzij de flashbestanden gemakkelijk een eigen keuze maken!

Studeren is ook werken

Soms moet ik in een Bredase winkel zijn en word dan tot mijn verbazing geholpen door leerlingen van het Newmancollege, die een bijbaantje hebben. Ze werken gedisciplineerd, zijn attent en zorgen ervoor dat je tevreden de zaak verlaat.  Op school zijn ze anders: ze zijn tevreden met een zesje en omdat ze alles met de zakjapanner uitrekenen, komen ze daar ineens een eind onder. Ze leveren hun zaakjes te laat en slecht uitgewerkt in en ik verbaas me dan ook over de tegenstelling tussen de houding binnen en buiten onze school.
Mijn redenering in deze: in de echte wereld worden ze afgerekend in harde euro’s en op school in zachte cijfers.  De bijbaan is werk en de studie is een vorm van vrijblijvend vrijwilligerswerk. Op de een of andere manier zien leerlingen school niet als een onderdeel van de echte wereld. Voor hen is het een schijnwereld die compleet verschilt van de wereld daarbuiten.
Ouders, docenten en andere delen van de samenleving klagen steen en been over de inzet, prestaties, luiheid, ongeïnteresseerdheid en ga zo maar door van een deel van de schoolgaande jeugd.  Een heleboel maatregelen om daar iets aan te doen zijn al voorgesteld en sommige uitgeprobeerd. Maar volgens mij is de enige oplossing die hout snijdt een maatregel, die studeren op dezelfde manier behandelt als het werken in de echte wereld.
Onze minister van onderwijs dient leerlingen te zien en te behandelen als werknemers, die voor hun inspanningen betaald worden.  Te beginnen in de brugklas krijgen de leerlingen een maandelijkse vergoeding die hoger wordt naarmate de leerling ouder wordt.  Over de hoogte heb ik het even niet, maar ik begrijp wel dat de overheid voor 940.000 middelbare scholieren enkele miljarden zal moeten uittrekken.?Binnen het bestek van deze ene pagina wil ik niet ingaan op de eventuele nadelen van mijn voorstel, maar ik wil een aantal voordelen ervan wel schetsen:?• De leerling weet nu dat studeren een vorm van beloond werken is en ziet elke maand wat de samenleving ervoor overheeft.?• Zhij hoeft tijdens de middelbare school geen bijbaan meer te zoeken. De vrijgekomen tijd kan tussen vrije tijd en studeren voor de school verdeeld worden.?• Omdat elke leerling maandelijks een salarisstrookje krijgt, is het voor diverse vakken zeer motiverend om met die cijfers aan het werk te gaan en leerlingen voor te bereiden op een leven, waarin zhij moet nadenken over de wijze van besteden van je gelden.?• Wie beloond wordt voor zijn werk, moet ook laten zien dat zhij dat waard is. Wanprestatie en luiheid worden financieel afgestraft. De meeste leerlingen die ik de afgelopen jaren heb zien doubleren deden dat niet omdat ze dom waren, maar omdat ze een ruggengraat van niks hebben.  Wie bij AH als vakkenvuller de kantjes er van af loopt, krijgt snel de rekening gepresenteerd. En dat gebeurt op school ook.?• Met de negatieve leerling zijn we gemiddeld veel meer tijd kwijt dan met de positieve hardwerkende leerling.  Als een leerling door eigen schuld de school veel extra tijd kost, kan hem de financiële rekening gepresenteerd worden: zhij heeft immers een inkomen, gebaseerd op een positieve en actieve instelling.  Wie dat niet laat zien, ziet de gevolgen in zijn portemonnee.  Het onverwacht gevolg hiervan is dat de school dankzij de onvrijwillige bijdragen van deze leerlingen extra inkomsten krijgt om voor de overige leerlingen leuke dingen te doen.
Met andere woorden: wie de inspanningen van onze jongeren op school bloedserieus neemt ofwel vertaalt in een financiële beloning, zal binnen enkele jaren een hardwerkende,  gemotiveerde en goed presterende schoolbevolking hebben.?Nu nog een minister die het een kans wil geven! Ik weet zeker dat de leerlingen van het Newmancollege graag voor proefschool willen spelen.
(Gepubliceerd in ‘De wereld volgens C13’ in schoolkrant De Keten, november 2008

Overzicht beschikbare projecten

Docenten willen zich graag breed oriënteren op datgene wat er levensbeschouwelijk op de markt komt. Zo kunnen ze op basis van het beschikbare materiaal en hun eigen ideeën over het vak een verantwoorde keuze maken voor een nieuwe methode of een boek voor een bepaald leerjaar.
Helaas zit er een kostenplaatje aan als je alle beschikbare middelen in de sectiekast wil hebben staan, want het speelveld is groot en de beschikbare middelen pover.

We zijn blij dat we een manier gevonden hebben om docenten levensbeschouwing een beeld van ons levensbeschouwelijk lesmateriaal te kunnen tonen zonder dat het hen een cent kost.
Dat hebben we bereikt door de beschikbare projecten als flashbestand aan te bieden, die zonder problemen via internet gelezen en doorgebladerd kunnen worden. Op die manier krijgt elke docent een compleet beeld van ons levensbeschouwelijk lesmateriaal en kan zhij gemakkelijk met collegae overleggen wat voor hen een zinnige keuze zou kunnen zijn.

We hebben een overzichtspagina gemaakt, waarop alle beschikbare projecten onder elkaar staan, verdeeld in vier subgroepen.
Via de link onder de miniatuurvoorpagina kan iemand door naar de informatiepagina over dat project. Op die pagina vind je een overzicht van de inhouden, werkvormen en prijzen.
Onderaan de pagina is de link naar het flashbestand te vinden. Klikken opent het flashbestand, dat even nodig heeft om te openen en de docent kan met de navigatiepijlen naar voren en achter bladeren. De zoomfunctie geeft de mogelijkheid de pagina te vergroten.
De bestanden kunnen ook op andere soorten monitors gelezen worden, bijvoorbeeld op een Ipad of een andere tablet.
De overzichtspagina is te vinden op http://www.uitgeverijwvdoever.nl/projecten/index.html

Dierenliefde, hè getver

Er zijn weinig zaken waar ik zulke heftige discussies met leerlingen kan krijgen als het thema mens en dier. Voor mij zijn het twee verschillende zaken, ook al zijn er zeker overeenkomsten op te merken. ?Maar ik gruw als ik leerlingen dieren allerlei menselijke eigenschappen zie toeschrijven die ze helemaal niet hebben.  Een hond die kwispelt, laat niet zien dat hij van je houdt, maar meldt dat de baas er weer is die hem straks eten zal geven. Een parkiet die kopjes geeft, doet niets wat met menselijke gevoelens te maken kan hebben, maar alles met zijn instinct. ?Ik vind het vanzelfsprekend dat je dieren met respect behandelt, dat je ze verzorgt en eten geeft, maar ook dat je ze op tijd afmaakt of laat afmaken, als het om de een of andere reden nodig is. Toen ik zelf nog kippen had in de tuin, heb ik alle dieren eigenhandig de kop afgehakt met het scherpste bijltje dat er te vinden was. Ze waren op slag dood en ik heb er vervolgens goed van gegeten. Wat voor compliment kun je een dier nog meer maken?
Ronduit misselijk word ik van alle vormen van omgang met dieren, die wijzen op een verstoorde relatie met de werkelijkheid. Bijvoorbeeld als ik een dame met een bontjas voor haar schoothondje een lading accessoires in een sjieke dierenwinkel in de PC Hooftstraat zie kopen voor een bedrag waar meerdere derdewereldkinderen een jaar lang goed te eten zouden hebben gehad.
Of wanneer iemand schrijft over de noodzaak alles voor het dier te doen wat je ook voor een mens zou doen. Zo kun je tussen Etten-Leur en Prinsenbeek een heus dierenkerkhof aantreffen, waar van alles voor je dode dier mogelijk is, van begraven in een echt graf tot het cremeren en het op de schoorsteen zetten van de asresten. Of wanneer iemand het nodig vindt om zijn doodzieke hond een aantal bestralingen te laten ondergaan, omdat een mens ook bestraald wordt als hij aan kanker lijdt.
Het blijft een vreemde zaak om dieren die toch echt anders dan mensen zijn gevoelens toe te dichten die bijna uitsluitend bij mensen voorkomen. Mijn hond luistert zo goed naar me, schrijft een leerling, vooral als ze verdrietig en down is. Het beestje merkt dat meteen en je zit hem ook daar op reageren. Veel beter dan mensen dat doen.
Als ik zulke opmerkingen hoor, begint er iets boosaardigs in me te groeien. Ik krijg het donkerbruine vermoeden dat er iets aan de hand is met die mensen. Contact leggen met mensen is moeilijk, is vaak frusterend, mensen vallen bijna altijd tegen, je wordt voortdurend teleurgesteld. En dat gebeurt niet bij dieren, zeggen ze dan. Natuurlijk niet, omdat dieren niet kunnen doen wat mensen doen. Ze kunnen alleen hun instinct volgen en hun baasje gehoorzamen of het naar de zin maken.
Zo denkend kom ik misschien wel op een mooi promotiethema voor de tijd dat ik gepensioneerd zal zijn. Het lijkt me alleszins de moeite waard om de volgende stelling aan een wetenschappelijk onderzoek te onderwerpen: “Dierenliefde komt voort uit mensenhaat.”
26 april 2008