Een leerling is zo aardig om haar (gedeeltelijke) portfolioreflectie te delen:
Nu ik in zes VWO zit ben ik op het punt aangekomen dat ik mijn middelbare school periode aan het afsluiten ben. Ik moet keuzes gaan maken voor de toekomst. Ik voel dit niet alleen als en logisch vervolg op de afgelopen jaren. Dit punt valt me veel zwaarder dan ik had verwacht.
Levenbeschouwelijk dagboek 2005:
En om mijn evaluatie maar even te vervolgen, durf ik met zekerheid te zeggen dat dit het mooiste jaar van mijn leven was. Of ten minste het interessantste. Maar eigenlijk hoop ik dat over elk jaar te kunnen zeggen.
De afgelopen jaren zijn ontzettend bijzonder geweest. Ik denk dat ik me goed heb ontwikkeld. Zowel op mijn vaardigheden en interesses als op persoonlijk gebied. Ik heb hele leuke jaren gehad op het Newman. Vooral het derde jaar (2005), toen ik veertien en vijftien was waren geweldig. Daarna werd alles eigenlijk alleen maar moeilijker. Ik heb met verschillende problemen te maken gekregen. Nu vermoed ik dat het normaal is dat je in deze fase van je leven gaat worstelen met verschillende zaken. Wat me tegenvalt is dat het zoveel invloed heeft op je ‘zijn’.
Help me
Als ik terugkijk naar vorig jaar is het probleem waar ik toen mee gekampt heb mijn ouders. In mijn levensbeschouwelijke dagboeken beschrijf ik het onvermogen tot communiceren met hen. Inmiddels is dit zo goed als voorbij. Er is dit jaar een punt geweest waarop ik toe heb kunnen en moeten geven aan mezelf dat ik deze mensen nodig heb en dat het verschrikkelijk fijn is dat je niet alles zelf hoeft te doen. Ik ben een veeleisende persoon. Ik stel hoge eisen aan andere maar vooral ook aan mezelf. Vorig jaar verwachte ik dat ik al mijn problemen zelf op kon lossen. Ik had het heel erg nodig dat ik het ‘alleen kon doen’. Waar deze drang vandaan komt heb ik uiteraard ook uitgebreid overdacht. Wat me zo stoorde aan de houding van mijn ouders was het feit dat ze me niet begrepen. Ze hadden niet door wat ik nodig had. Bevestiging. Maar ik durfde niet te vragen om bevestiging omdat ik vond dat ik dat niet nodig zou moeten hebben. Ik dacht dat ik het alleen zou moeten kunnen en doen. Wat ik dus heb geleerd is om hulp te vragen.
Levensbeschouwelijk dagboek 2007 (over mijn ouders): Zogenaamd interesseert het me nu niets meer wat zij van mijn leven vinden. Ik weet zelf wel dat dit een van de slechtste dingen is die je kan doen met een probleem maar ik weet gewoon niet wat ik anders moet doen.
Ik ben bang
Ik heb ook moeten accepteren dat ik onzeker ben. Dat is een proces waar ik nu nog in zit. Twijfel, angst komen voort uit onzekerheid. Twijfel en angst maken het leven vervelend en moeilijk. Angst is een blokkade om dingen te proberen en te doen. Een blokkade om te leren. Ik ben de afgelopen jaren bang geweest dat ik niets voor zou stellen. Dat ik niet leuk genoeg ben als mezelf. Dat ik allerlei dingen moet doen erbij om iets voor te stellen. Ik ben ook bang geworden dat ik niet slaag, dat ik niet goed ben op toneel, dat ik stomme kleren draag, dat ik saai ben enzovoorts. Wat ik heb geleerd is om deze onzekerheid soms maar even te ‘omarmen’. Door te accepteren dat ik sommige dingen gewoon eng of moeilijk vind kan ik er makkelijker overheen groeien. Want iedereen is immers onzeker. Als ik ook maar iets heb geleerd dan is het wel dat onzekerheid zo relatief is. Het zit allemaal in je hoofd. Tussen je oren. De ene dag voel je je goed en de volgende dag voel je je verschrikkelijk en denk je dat iedereen je dom vind.
Ik ga dood
Bij het onderwerp ‘dood’ met levensbeschouwing heb ik gelezen dat er mensen zijn die hun angst voor de dood proberen te bezweren door zich ‘held’ te voelen. En andere die zich ‘worm’ voelen. Ik behoor tot die eerste categorie. Ik wil iets nalaten. Dat heb ik nodig om me tevreden te voelen. Ik hoef niet constant van mensen te horen dat ik geweldig ben. Daar gaat het me niet om. Ik zoek naar een innerlijke bevrediging die ik krijg als ik een uitdaging heb overwonnen of ergens de beste in ben. Ik wil iets nalaten. Wat ik eng vind aan de dood is dat als ik er niet meer ben mijn hele persoon weg is. Mijn gedachten, mijn inzichten en mijn prestaties zijn dat opeens allemaal weg. Betekenisloos. Daar komt natuurlijk de drang vandaag iets na te laten. Ik houd sinds een jaar een dagboek bij. Ik heb de behoefte gekregen om dingen vast te leggen. Mijn gevoel en inzichten. Ook omdat ik besef dat dit allemaal zo relatief is. Want wat is het nu eigenlijk? Gevoel, gedachten en geluk?
Ik maak fouten
Ik heb de afgelopen jaren dingen over mezelf ontdenkt. Dingen waar ik moeite mee heb. Dingen die ik heb moeten veranderen. Dingen waar ik in de toekomst ook nog problemen mee ga krijgen. Deze hangen natuurlijk samen met de ontdekkingen over de dood, mijn ouders en mijn onzekerheid. Ik heb een heel lief vriendinnetje die ik de afgelopen jaren zo goed heb leren kennen dat ik bijna alles met haar deel. Door haar heb ik geleerd dat ik eerlijk moet zijn tegen mezelf. Ik ben erg goed in het relativeren van gevoelens. Onder andere onzekerheid en angsten. Mijn eerste natuurlijk reactie op een situatie die ik eng, moeilijk of lastig is, is door me af te sluiten. Mijn gevoelsstuk zeg maar. Logisch natuurlijk. Voor een enge auditie schakel ik mijn gevoel uit zodat ik die angst niet hoef te ondergaan. Als ik nieuwe mensen leer kennen (onzekerheid) ben ik vaak stil. Pas later als ik me op mijn gemak voel kruip ik langzaam uit mijn schulp. Dit is natuurlijk prima. Behalve dat je in sommige situaties geen kans hebt om rustig uit je schulp te kruipen. Zoals op een auditie. Of tijdens een ‘eerst indruk’. Nu is dat niet het ergste. Het ergste is dat ik net erken aan mezelf dat ik die mensen eng vind. Ik ervaar dan dus een isolatie gevoel dat ik zelf creëer omdat ik bang ben om me te laten zien. Ondertussen besef ik niet dat ik bang ben maar dat dit mijn ‘normale’ houding is. Vervolgens voel ik me totaal niet op mijn gemak. Ik doe wel eens iets stoms, en dan heb ik een nonchalante houding. Ik relativeer het, stel me zelfverzekerd op. Maar eigenlijk voel ik schaamte en angst. Als ik dit soort gevoelens geen ruimte geef in mezelf dan voel ga ik me ongelukkig voelen. Eerlijk zijn. Dat moet ik zijn! Tegen mezelf.
Deuk
Ik heb een deuk in mijn zelfvertrouwen opgelopen de afgelopen jaren. Dat komt omdat ik tegen mijn eigen grenzen ben gebotst met een behoorlijke vaart. Door al mijn naschoolse pogingen iets na te laten heb ik een behoorlijke stress ervaren. Door succes en bevestiging van anderen werd ik aangemoedigd meer te doen. En meer. Waar ik geen rekening mee heb gehouden is dat er een grens is. In mijn tijd en mijn energie. Ik heb zoveel gedaan in zo’n korte tijd dat ik even ‘uitgeleerd’ ben en dat ik op ben. Ik heb pianoles op een vervelende manier af moeten zeggen, ik heb veel beloften gemaakt die ik niet na ben gekomen, ik heb een achterstand op school op gelopen, ik heb sommige vrienden verwaarloosd. En toen was er opeens geen bevestiging meer. Hier heb ik een redelijk recente en belangrijke les uit getrokken. Ik weet dat ik graag uitdagingen aan ga. Ik weet ook van mezelf dat ik veel capaciteiten heb. Ik moet alleen niet overmoedig worden. Uit zelfbescherming. Ik moet de juiste uitdagingen aan nemen. Succes is veel fijner om te ervaren dan mislukking. En hoewel ik dacht dat ik met talent en doorzettingsvermogen dacht alles aan te kunnen heb ik ervaren dat dit niet zo is. Ik heb grenzen.
Ik denk dat ik de fout van te veel hooi op mijn vork nemen lang geleden al heb gemaakt:
Levensbeschouwelijk dagboek 2004: De tijd gaat te snel. Ik wil alle leuke dingen nu doen. Want straks is het te laat. Dan ben ik 18 en dan heb ik nog geen naaicursus gevolgd, nog nooit gezeild, of nog geen grote reis alleen gemaakt of uitgegaan of een boek geschreven….enz!!! Ik wil alles doen ik mijn leven. Je leven moet mooi zijn, druk, uitdagend, vol doelen en prestaties. Maar ook rustig, je moet ook kunnen denken en kunnen genieten van alles. (…) Ik vind dit nieuwe drukke leven wel leuk! Het is een uitdaging om er zonder of met zo weinig mogelijk kleerscheuren door heen te komen.
Zelfcorrectie
In de derde, toen het allemaal begon, was ik vol optimisme. Alles was leuk en fijn. Ik begon met de Award, toneel, hockey, piano, jongens.. Ik ben die energie een beetje kwijt. Dat vind ik jammer maar het is ook logisch. Ik was niet bang toen. Nu wel, nu ik een aantal ‘kleerscheuren’ heb opgelopen. Maar deze kleerscheuren zijn hard nodig om me voor te bereiden op ‘later’. Ik voel het einde van de middelbare school ook opeens al een enge stap. Er wordt nu van me geacht dat ik ‘volwassen’ ben. Dat ik zelf verantwoordelijk ben. Je komt nu niet meer weg met dat je nog jong bent of naïef. Dat kan nu niet meer. Zelfcorrectie: Niemand is op zijn achttiende ‘klaar’ met leren. Mijn ouders zijn er nog om me te helpen. Niemand ‘acht’ iets van mij, dat doe ik zelf vooral. Ik streef naar onafhankelijkheid. Zowel financieel als geestelijk. Maar dit zijn hoge verwachtingen voor een meisje van zeventien. Ik vind het jammer dat ik me niet meer over kan geven aan dat fijne gevoel van dat ik het wel kan en dat ik er wel kom. Ik ben een beetje angstig geworden. Maar goed, ik ga er van uit dat ik zowel de angst als het leven wel kan bedwingen. Uiteindelijk.
Levensbeschouwelijk dagboek 2005: Het is een proces waarin je je laatste ontwikkelingen van kind naar volwassenen doormaakt. De periode waarin je jou eigen identiteit ontdekt. En god, wat is dat waar!! En met het oog op deze theorie ben ik me de laatste tijd heel erg bewust van mijn proces om het zo maar even te zeggen.
Bewustzijn
Van dat proces ben ik me nu eigenlijk nog bewuster. Nu ik mijn levensbeschouwelijke dagboeken teruglees, besef ik dat ik me mijn hele schoolperiode redelijk bewust ben geweest van dingen om me heen. Dat is fijn. En dat is ook hoe ik ben. Heel veel dingen waar ik de laatste tijd mee worstel zijn begonnen in de derde, vierde en vijfde klas. Dat is nog eens wat je noemt een proces. Ik ben iemand die veel denk en zich bewust is van dingen. Als ik me rot voel kan het analyseren van een probleem zorgen voor verlichting. Het beter begrijpen van jezelf helpt ook bij het beter begrijpen van anderen. Door de ruzie met mijn ouders ben ik ook naar mijn houding naar hun gaan kijken. Ik kan mijn moeder soms nog steeds niet uitstaan maar ik kan hier nu wel beter mee omgaan. Ik weet in welke situaties ik geïrriteerd of onzeker wordt dus kan ik zorgen dat ik daar op zo’n moment boven sta. Hoewel eerlijk zijn tegen jezelf en hulp vragen niet altijd de meest makkelijke of prettige dingen zijn, helpen ze je uiteindelijk wel om beter in je vel te zitten. Ik zie die waarde nu beter in. Vroeger hield ik standaard mijn poot stijf om mijn trots hoog te houden of mijn angst niet toe te geven. Nu snap ik wel dat je niet elk probleem zo op kan lossen. Ik denk dat ik veel geleerd heb. Ik ben ook tevreden met wat ik geleerd heb. Waar ik wel nog steeds moeite mee heb is dat het leven opeens veel minder leuk lijkt. Dat klinkt zo dramatisch als ik het zo zeg. Maar in de derde was het leven een sprookje. Alles wat spannend en mooi en leuk. Elk probleem ging ik zonder angst te lijf en ik liep over van zelfvertrouwen. Ik dacht dat ik alles zou kunnen. Nu ik me bewust ben van mijn grenzen is die magische kant een beetje weg. Als je ouder wordt krijg je ook steeds minder waardering van anderen. Nu moet ik echt iets presteren om aandacht te krijgen en zelfs dan moet ik de voldoening meer uit mezelf halen. Als je jong bent vind iedereen je leuk en is alles wat je doet goed. Je komt overal mee weg en je krijgt, zonder dat je het zelf door hebt, daar zoveel steun voor van anderen. Als je jong bent pik je alles zo snel op. Nu gaat leren moeilijker en als je, bij wat dan ook, nu op een bepaald niveau zit gaat het nu pas echt moeite kosten om beter te worden. Dat besef vind ik af en toe nog wel moeilijk. Maar aan de andere kant, er is nog zoveel te leren en te doen. Ik begin langzaam mijn motivatie weer terug te krijgen. Ik heb van de afgelopen jaren zoveel geleerd. Ik ben zoveel wijzer geworden. Ik weet niet of ik echt veranderd ben. Ik ben wie ik ben. Ik ben nog steeds hetzelfde meisje dat in 2005 haar levensbeschouwelijke dagboeken schreef. Alles wat daar in staat is precies hoe ik ben. Ik heb alleen meer lading nu. Er is kennis bijgekomen. Besef, gebeurtenissen. Ik ben veranderd in mijn houding naar het leven. Ik ben voorzichtiger met ‘verwachtingen van het leven’. Ik wil nu liever dat het gewoon goed met me gaat. Ik hecht meer waarde aan ‘kleinere’ dingen zoals vrienden, mijn ouders en gewoon genieten. Wat ik wil zijn is een prettig mens die iets begrijpt van andere, iets kan doen of betekenen maar bovenal wil ik rust van binnen. Ik wil gelukkig zijn. En ik ben aardig op weg.
En ik blijf een optimist want ik weet zeker dat, al is het anders dat ik me voorstelde toen ik vijftien was, mijn toekomst nog veel te bieden heeft! En mijn voorspellingen komen vaker uit…
Levensbeschouwelijk dagboek 2005: Dat is iets dat nooit zal veranderen aan mij. Ik zal altijd blijven denken.